Booming bio dankzij gif
Biologische landbouw wordt snel populair in Afrika. Sneller dan in Europa. En dat komt door het alternatief. In Europa is alle voedsel veilig. In Afrika wordt met landbouwgif vaak nog gerommeld, zoals in Europa in de jaren ’70.
“Ja dat klopt. Wij spuiten maar raak.” Het was begin deze eeuw. De gemoederen liepen hoog op tijdens een avondje over biologische landbouw versus gangbare landbouw. Een boer met een postuur waar je niet omheen kan, had de beschuldigingen aan zijn adres en dat van al die andere gifspuitende collega’s een tijdje aangehoord. Hij tilde zijn volledige gestalte uit zijn stoel en toen hij eindelijk rechtop stond richtte hij zich tot de geitenwollensik en dito trui met de beschuldigende woorden. En het was toen dat hij zei: “Wij spuiten maar raak.”
Hij liet eerst een lange stilte vallen om er vervolgens fijntjes aan toe te voegen: “Wij spuiten nooit meer mis.” Waarop een verhaal volgde over technologie. Over GPS waarmee exact de plek in het veld werd aangewezen waar de ziektedruk zich manifesteert. Over luchtondersteuning waarmee gericht op het gewas gespoten kan worden en over de automatische berekening van de concentratie en de hoeveelheid chemicaliën dat gebruikt wordt. En over het gif zelf dat aan strenge restricties was gebonden. Hij was niet zomaar een gifspuiter. Hij was een gediplomeerd gifspuiter. Zonder spuitlicentie mag je geeneens gewasbeschermingsmiddelen gaan kopen.
Het kan bijna niet meer mis gaan in Europa. De voedselproductie is strikt gereguleerd en vervolgens wordt ook al het voedsel nog eens streng gecontroleerd.
Voor te hoge concentraties gifresten op je groenten en voor onveilige toestanden moet je tegenwoordig naar Afrika. Restricties staan nog in hun kinderschoenen. Alleen exportbedrijven voldoen aan Europese voorwaarden.
Lokale bedrijven kennen zelden beschermende maatregelen. Geen gezichtsmaskers, beschermende kleding, zelfs geen handschoenen. Hier doen zich nog de ongelukken voor die wij kennen uit de jaren zestig en zeventig. Uit onkunde worden middelen al te kwistig gebruikt. De angst voor landbouwgif is hier nog terecht.
En dat wakkert het succes van de biologische landbouw aan. Bij de boer en bij de consument. De boer profiteert direct van alternatieven voor pesticiden, wanneer hij de kennis heeft van die alternatieven. Als hij weet hoe hij vruchtwisseling moet toepassen, zodat ze bijvoorbeeld insecten kunnen bestrijden met een thee bereid uit chilipepers of schimmels kunnen bestrijden met de as van houtskoolvuurtjes. Het is wat arbeidsintensiever, maar stukken veiliger en ook veel goedkoper dan chemische middelen.
En de consument? Als het verkrijgbaar is, dan verkiest hij biologisch eten. Op de markt of in de supermarkt. Of hij gaat uit eten bij een van de twee eetgelegenheden van Bridges Organic Health Restaurant in Nairobi. Een restaurant dat uitsluitend biologisch serveert, regelmatig een biologische markt organiseert, je volledige catering verzorgt en je zelfs een detoxicatieprogramma aanbiedt.
© Marc van der Sterren