Uienhandel met Afrika is om te janken
West-Afrika was een grote afzetmarkt voor Nederlandse uienexporteurs. Was. Want overheden zijn beter in staat te berekenen wat ze daadwerkelijk nodig hebben, enorme volumes importeren is dus niet meer nodig. Als de ontwikkelingen in de landbouw doorzetten, valt misschien de hele markt wel weg. Misschien importeert West-Europa binnenkort wel uien uit West-Afrika.
Afrika bloeit. In de meeste landen trekt de economie aan en dat biedt kansen voor iedereen. Ook voor Europese exportbedrijven.
Maar er zijn ook slachtoffers. De Nederlandse uienexporteurs bijvoorbeeld. In West-Afrika nemen ze de voedselvoorziening steeds meer in eigen handen, met als gevolg dat ze de luxe hebben goedkope importen uit Europa stop te zetten.
Neem Senegal. Uien uit Nederland hoeven ze daar niet meer. Eind december viel de Nederlandse export stil, vrijwel van de ene op de andere dag. Ging er de ene week nog bijna 24 miljoen kilo naar Senegal, de andere week waren het er amper 11 miljoen. Ook Ivoorkust, Guinee en Mauritanië hoeven ze niet meer.
In de eerste maanden van vorig jaar importeerde Senegal nog 40 miljoen kilo uien, terwijl de bevolking slechts 4 miljoen kilo per week consumeert. Senegalese boeren hoefden dus geen uien meer te telen. “In 2013 waren er nog zoveel importuien op de markt dat de prijzen daalden tot onder de kostprijs”, weet William Nannes van exportfirma Beemsterboer. “Zowel importeurs als exporteurs verloren miljoenen.”
West-Afrika kwam om in de Europese uien. Het was om te janken. De overheden in deze landen zijn blijkbaar sterk genoeg om dit geen tweede keer te laten gebeuren. Eerst wordt er goed berekend hoe groot de consumptie is en hoeveel export daarvoor nodig is. Zoals het hoort.
“Voor het komende seizoen kunnen we Afrika wel vergeten als afzetmarkt voor grote volumes”, stelt Nannes. “Daarvoor zullen we andere bestemmingen moeten zoeken.”
Zo is dat. En misschien moeten we er rekening mee houden dat de uienexport naar West-Afrika helemaal stilvalt. Want ook boeren zijn steeds beter in staat grotere volumes te produceren. Een infrastructuur met coöperatieve opslag en transport wordt ontwikkeld zodat ze steeds beter in staat zijn hun eigen uienbehoefte in te vullen.
Misschien kan West-Afrika binnenkort nog wel veel goedkoper uien produceren dan West-Europa. En dan is het de beurt aan de Nederlandse uiensector om te janken.
© Marc van der Sterren