De Afrikaanse strijd tegen gentechnologie
Afrika beantwoordt zware industriële lobby met onderzoek naar alternatieve landbouwmethoden, gebaseerd op lokale kennis en duurzame oplossingen. Gentechnologie is niet populair. Agro-ecologie lijkt aan de winnende hand.
Slechts in drie Afrikaanse landen worden genetisch gemodificeerde gewassen verbouwd: in Zuid-Afrika, Burkina Faso en Soedan. Het gaat om slechts 0,54% van alle landbouwgrond.
Maar Afrika wil het niet. Het recente rapport van Friends of the Earth ‘Who Benefits from GM Crops?’ lijkt dus van weinig belang voor Afrika, kan men concluderen.
Aan de andere kant is het toch wel interessant om te lezen over de extreme druk op genetisch gemodificeerde gewassen. De biotech-industrie werkt aan manieren om vitamine A en andere micronutriënten toe te voegen aan cassave, zoete aardappel, sorghum en ander Afrikaans basisvoedsel.
De industrie heeft volgens het rapport de ambitie om haar markt uit te breiden in Afrika, met voedingsstoffen verrijkte GM-gewassen.
Intussen heeft Kenia besloten tot een verbod op GM. De industrie reageerde met een zware lobby tegen deze beslissing.
Bij het lezen van het rapport doemt een hevige strijd op tussen de introductie en de afwijzing van gentechnologie. Zware industriële lobby wordt in Afrika beantwoord met toenemend onderzoek naar alternatieve landbouwmethoden, gebaseerd op lokale kennis en onderzoek naar meer duurzame oplossingen.
Hans Herren, winnaar van de World Food Prize en de Alternatieve Nobelprijs, vermeldt dat een dergelijke aanpak veel meer succes boekt, in termen van hogere opbrengsten en ongediertebestrijding.
Het rapport noemt nogmaals Kenia als voorbeeld: Studies tonen aan dat intensievere agro-ecologische methoden in dit land de rijstopbrengst met wel drie keer kunnen verhogen.
Een van de redenen voor het gevecht tegen de introductie van gmo zijn de stijgende kosten van zaaizaad, kunstmest en pesticiden. Dit is vooral een probleem voor de kleine boeren, van wie velen al worstelen met schulden.
Een studie uit Burkina Faso wees uit dat, vanwege deze hoge kosten, de risico’s bij verbouwen van genetisch gemodificeerde katoen ‘onevenredig hoog’ waren. Veel boeren zitten in de schulden vanwege de kosten van de zaden en de input die nodig is.
© Marc van der Sterren