Stop maar met kinderen eten geven!
Dankzij Pater Meddens krijgen dagelijks 900 kinderen in Ghana een gezonde maaltijd aangeboden op school. Met voedsel uit de regio. De lokale bevolking zou het project inmiddels goed zelf kunnen runnen, maar ze pikken het niet op. ‘Misschien moeten we er gewoon helemaal mee stoppen’, meent de initiatiefnemer.
In Afrika gaan 29 miljoen kinderen niet naar school. Geen geld en geen tijd. Want zelfs als de school gratis is, wat moet je er dan als je die dag niets te eten hebt?
Schoolvoedsel slaat twee vliegen in één klap: kinderen willen naar school en je werkt aan de ondervoeding. En pas met een gevulde maag pik je ook wat op in de les.
Als de kinderen op school leren voedsel te verbouwen, krijgt ook de voedselzekerheid voor de toekomst een belangrijke impuls. Een schoolvoedselproject als basis voor ontwikkeling.
Pater Meddens, inmiddels 87, heeft er drie. In Nederland zamelt hij geld in, de dagelijkse leiding van de projecten in het noorden van Ghana is in handen van Frans Zemp.
Hongerperiode
Maar soms wordt hij er moedeloos van: ‘Ik ben nu vijftig jaar met Ghana bezig en het wordt er alleen slechter. Het zijn de kleine boeren die moeten overleven, maar de kansen worden kleiner.’
En dan klaagt de oud-missionaris over de stijgende voedselprijzen en de lage inkomsten voor de boeren. Over de klimaatverandering en de oprukkende woestijn. Er is regen van juni tot oktober. Daar moeten ze twaalf maanden van leven. ‘Dat lukt niemand.’
Maar zijn optimisme wint het altijd. Dan vertelt hij enthousiast over de zelfredzaamheid van de bevolking die met weinig genoegen neemt en zich niet laat verslaan. Zelfs niet door een jaarlijks terugkerende, maandenlange hongerperiode.
Ze gaan over op handel. Dat kan elke dag. Of ze migreren, bijvoorbeeld naar Zuid-Ghana om daar op de cacaoplantages te werken. Dan kost het niks, het levert zelfs geld op.
Een derde groep bestaat uit de intellectuelen die wegtrekken en elders een opleiding volgen. ‘Maar er komen steeds meer idealisten die weer teruggaan om hun volk verder te helpen,’ weet pater Meddens.
De enige achterblijvers zijn eigenlijk degenen die armoede niet echt een groot probleem vinden, zoals de traditionele priesters. De Tindana willen hun voorouders niet achterlaten.
Het zijn – als altijd en overal – de conservatieven van wie de moderne middelen niet hoeven.
Meloenen, groenten en tabak
En juist daarom vindt Meddens het schoolvoedselprogramma zo belangrijk. ‘Als je de kinderen van de allerarmsten voedsel geeft en hen kunt leren voedsel te verbouwen – voedsel en producten voor de handel, zoals meloenen, groenten en tabak – dan komt er geld binnen.’
En dan kan de lokale bevolking bij haar voorouders blijven wonen en toch een economie kan opbouwen. ‘En daar gaat het om’, vindt Meddens.
Geld inzamelen
Maar het gaat slecht met de projecten. Zijn Zwitserse vriend is niet meer de jongste en wil er mee stoppen. Hij zoekt een opvolger.
Tegelijkertijd is het wegens de financiële malaise in Europa steeds moeilijker om geld voor de projecten in te zamelen.
Maar in de hongerperiode blijft voedsel cruciaal. Om magen te vullen en kinderen naar school te krijgen.
Fietsen leren
En de lokale bevolking dan? ‘Zij weten onderhand hoe het moet’, stelt Pater Meddens. ‘Maar zolang wij het hen komen aanreiken, hoeven ze zelf niets te ondernemen.’
En dat is wellicht de kern van de zaak. De oplossing die hij voor ogen heeft is een zeer rigoureuze: ‘Weggaan is misschien wel het beste wat we kunnen doen’. Het project heeft tien jaar gedraaid. Ze weten dus hoe het moet.
Dus zegt hij weloverwogen: We moeten de edelmoedigheid en de moed hebben om een paar jaar volledig afstand te nemen.
Want hoe langer Europeanen voedsel blijven brengen en schooltuinen onderhouden, hoe meer de afwachtende houding erin sluipt.
We moeten echt een paar jaar wegblijven zodat het tot hen doordringt: ‘ze komen echt niet meer terug’. En dan zullen ze zelf aan de slag moeten. Ze hebben het gezien. Ze weten hoe het moet.
Het is als leren fietsen. Afrika kent nauwelijks kinderfietsen; je leert iemand fietsen door zijn bagagedrager vast te houden. Maar op een gegeven moment moet je die toch echt loslaten.
© Marc van der Sterren
Lees op Blendle: Pater Frans Meddens, de missionaris die zich liet bekeren