‘Beter 300 boeren met één koe dan één boer met 300 koeien’
In Oost-Afrika jaagt de groeiende middenklasse de vraag naar kwaliteitsproducten aan. Zoals zuivel. Een vraag die best kan worden ingevuld door kleinschalige boeren en hun koeien. Maar dan moet er wel wat veranderen…
Grote groepen koeien trekken over een eindeloze vlakte. Aangestuurd door een man in een rood gewaad en een paar kinderen met een stok. Dit is beeld van de Oost-Afrikaanse veehouderij. Vooral bij toeristen staan Tanzania en Kenia bekend om de Maasai en andere pastoralisten die met vee van het ene naar het andere graasgebied trekken.
Nog steeds weigeren veel Maasai zich aan te passen aan de moderne tijd, al wordt hun bewegingsruimte aan alle kanten beknot. Jagen op leeuwen of andere wilde dieren die hun vee aanvallen mag niet meer. Uit veel nationale parken worden ze zelfs volledig verbannen. En op de savanne die hen nog rest slaat de klimaatverandering toe en houden droogten langer aan.
Farming Africa zoekt:
Fondsenwerver / financieel manager
Allemaal ontwikkelingen die Maasai naar de moderne tijd dwingen. Steeds vaker wordt een koe verkocht om kinderen naar school te brengen, sommigen doen definitief afstand van hun vee om andere economische activiteiten te beginnen. Maar ook de scholen om pastoralisten te onderwijzen over het conserveren van gras en het commercieel produceren en vermarkten van melk, zijn razend populair.
Melkfabriek
Initiatieven die Lút Zijlstra die al ruim dertig jaar in de Tanzaniaanse melkveesector rondloopt, zal toejuichen. Hij ziet graag volop kleinschalige boeren die produceren voor de lokale markt. Veel liever dan dat de vraag naar zuivel wordt ingevuld door enkele grote spelers of zelfs wordt geïmporteerd.
Want, zo redeneert hij: ‘Beter 300 boeren met één koe dan één boer met 300 koeien’.
Vanwege hun uitbundige uitdossing en hun vasthoudendheid aan de lokale tradities vormen de Maasai het bekendste volk van Oost-Afrika. Toch is het een relatief kleine stam. De overgrote meerderheid van de Tanzaniaanse melkveehouders bestaat uit kleinschalige boeren met enkele koeien.
KI Samen
En die kleinschalige boeren gaan het helemaal maken in Oost-Afrika, waar de middenklasse groeit en de vraag naar kwalitatieve zuivel explodeert. Om aan de stijgende vraag te voldoen, moet de productie omhoog. En dat kan. Maar dan moet er wel iets veranderen.
En dat kan. Maar een andere koe vraagt een heel andere benadering. Tanzaniaanse
melkveehouders kunnen wat dat betreft veel leren van de Nederlandse kennis. En natuurlijk van Nederlandse genetica. KI Samen heeft er een mooi project aan.
Lees er alles over in Vork. Of online op Blendle.
© Marc van der Sterren